IN HET NIEUWE NUMMER: De Boemboes van Koningsvogel
Voor veel Indische Nederlanders zijn ze een begrip, de boemboes en sambals van Koningsvogel. De kuipjes zijn inmiddels zwart en boemboes heten nu kruidenmixen, maar het vertrouwde embleem van de koninklijke vogel prijkt nog altijd op het etiket. Al meer dan zestig jaar.
De eerste generatie Indische Nederlanders moest behoorlijk wennen in Nederland. Niet iedereen beheerste de kunst om Indische gerechten op tafel te zetten en velen hadden bovendien de luxe van een eigen kokkie gehad, die elke avond vol toewijding voor het gezin kookte. Voor Rachel Flem-Sassoon was dat echter geen probleem. Zij was een ware keukenprinses en koken was een passie voor haar. Eenmaal in Nederland kon zij met de kruiderijen die zij bij de Haagse toko’s vond goed uit de voeten. Toch viel het Rachel (door iedereen liefkozend Tante Reel genoemd) uit gesprekken met anderen op, dat mensen het moeilijk vonden om hier Indische maaltijden snel en toch smakelijk te bereiden. Dat zette haar aan het denken. Waarom geen boemboe in een kant en klare blokvorm waardoor het bereiden van een rijsttafel een stuk sneller kon?
Inspiratie door Maggi blokjes
Nachtenlang piekerde Tante Reel hoe ze het kruidenmengsel zodanig kon verpakken dat het zonder knoeien direct en met weinig omhaal, de pan in kon. Eenmaal vermengd met vlees, vis of kip, moest er binnen 45 minuten een kant-en-klaar Indisch gerecht op tafel kunnen staan. Talloze experimenten volgden in haar keukentje. Keer op keer zonder resultaat. Want wat waren de juiste kruiden-verhoudingen? En bovendien: hoe houd je alles bijeen en hoe regel je de houdbaarheid zodanig, dat het een redelijke tijd bewaard kon worden? Ergens tijdens dit traject werd Tante Reel geïnspireerd door het alom bekende Maggie blokje, ook een instant-product. Het eurekamoment kwam rond 1958: tante Reel besloot de kruiden te vermengen met frituurvet, in combinatie met enkele conserveringsmiddelen. Ze begon, hoe kan het ook anders, met de klassieker van de Indische keuken: nasi goreng. In haar kleine vierkamerappartement, op één hoog, zette ze een grote mono-gaspit en een emaille pan op een formicatafeltje. Het omroeren deed ze handmatig met een grote houten spatel. Dit was een zeer arbeidsintensief proces, met als gevolg dat ze naderhand lichamelijke klachten kreeg. Al gauw werd via-via een roerwerk (motor en roerder) bedacht, dat door een contragewicht in en uit de pan kon worden gehesen. Een minifabriekje was geboren. De naam had tante Reel ook al: Koningsvogel. Opa Sassoon maakte in Indië Egyptische balsem en haarolie waarvoor hij als etiket de Koningsvogel gebruikte. Die producten bestonden allang niet meer en Rachel besloot de naam Koningsvogel voor haar boemboes te gaan gebruiken.