IN HET HUIDIGE NUMMER: DE VADER VAN FIMKE DAM OVERLEED ALS DIENSTPLICHT SOLDAAT IN INDIË
‘Ik wil geen pappa aan de muur, ik wil een pappa die me knuffelt’
Fimke Dam (76) heeft haar vader nooit gekend. Ze was tien maanden toen hij in Indië in een hinderlaag liep en overleed. Nu, 76 jaar na dato, is ze nog steeds met haar vader bezig. Voor haar zal het verhaal nooit klaar zijn.
Dodelijk gewond
Pieter Walraven was erbij toen Fimkes vader werd geraakt tijdens een patrouille. “Toen mijn vader in Indië aankwam, werd hij gelijk in een ziekenhuis opgenomen vanwege de paratyfus. Na weken daar gelegen te hebben ging hij in november voor het eerst op patrouille. Hij was nog herstellende en mocht als enige op een paard zitten, want lopen was nog te vermoeiend. Omdat hij zo hoog zat was hij een makkelijk doelwit. Op 1 december 1948 werd hij neergeschoten. Terwijl hij gewond was riep hij naar de rest: ‘Ga terug, ga terug, ik ben geraakt!”. Toen trokken de anderen zich onmiddellijk terug. Mijn vader was dodelijk gewond en lag op de grond. Pieter ging met gevaar voor eigen leven terug naar het lichaam van mijn vader en bedekte hem met bladeren. De volgende dag kwamen ze terug om zijn lichaam op te halen. Zijn kleren waren gestolen en ook zijn trouwring was weg. Een neef van mijn moeder die ook in Indië zat, een jonge kerel van 21, Gerrit Vis genaamd, zag later een Indonesische man met mijn vaders trouwring om. Die heeft hij van zijn vinger gerukt, heel zachtzinnig zal dat niet gebeurd zijn. Hij heeft de ring naar mijn moeder gestuurd. Ook hij is nooit meer thuisgekomen. Zijn pantservoertuig reed op een bom en hij overleefde het niet. Samen met mijn vader ligt hij nu op de erebegraafplaats in Soerabaja. Een jaar of twintig geleden heb ik samen met mijn man het graf bezocht van mijn vader. Het was een hele bijzondere reis. Ik had een uitgezocht om te overnachten en de eigenaresse was een Nederlands-Molukse vrouw die terug was gegaan naar Indonesië. We kwamen erachter dat haar omgekomen vader naast mijn vader lag. We hadden uitgezocht waar mijn vader was omgekomen, het was een plek in de buurt van een berg. Maar vlak voordat we er waren zei ik tegen mijn man: ‘Ik wil hier weg.’ Het voelde zo vreselijk dat ik het niet aan kon om naar de plek te gaan waar mijn vader was gestorven.