Anne Hoemakers koestert het door koenjit vergeelde kookboek van haar moeder en maakt er nog geregeld gerechten uit.
“Mijn moeder kon koken als de beste. Ik heb van haar meegekregen dat er nooit bezuinigd mag worden op eten, niet overvloedig maar genoeg. Het was niet alleen de Indische hap waar ze goed in was, ook aan de saaie Hollandse keuken gaf ze een Indische draai en zelfs als kind vond ik alles lekker, of was het eten wat de pot schaft?
We woonden middenin een volksbuurt waar voornamelijk Drentse gezinnen woonden, die vanuit Drenthe naar de textielstad waren verhuisd voor werk. Net zoals veel Indo’s hadden we het niet breed, maar mijn moeder was een economische huisvrouw. Op haar eigen houtje gaf ze zich op als kosthuis en toen kwam er een Drentse meneer bij ons wonen en eten!
Hij kreeg een eigen kamer in ons kleine huisje en hij was op en top Hollands. Mijn moeder maakte dus twee maaltijden per dag: voor de kostganger aardappelen, groente en vlees èn de Indische hap. Ik denk achteraf dat ze de Indische draai bij deze meneer achterwege heeft gelaten, want de Belanda’s waren nog niet zo bekend met de Indische keuken. Alras kwamen andere Indo’s en buurtjes een bordje mee eten en op welk tijdstip je ook bij ons kwam, er was altijd eten en mijn moeder verbroederde de Indo’s en de Hollandse buurtjes hiermee… Een Grote Vreet/Vreedzame Familie!
LEES VERDER IN DE CULINAIRE EDITIE VAN INDAH*
