Indah* kopen
Featured

IN HET NIEUWE NUMMER: ‘Mijn Indische achtergrond zie ik als een groot voordeel.’

Jan Jaap van Weering is etiquette- en protocoladviseur. Zijn kennis van goede manieren en gevoel voor decorum dankt hij grotendeels aan zijn opvoeding en aan zijn latere (bestuurs)activiteiten met een representatief karakter. “Ik ben van twee continenten en probeer daar best of both worlds uit te halen.”

Ik ben in 1958 in Hilversum geboren uit een Hollandse vader en een Javaanse moeder die op Sumatra woonde. Mijn moeder kwam speciaal naar Holland om hier van mij te bevallen, dat wilde mijn vader graag. Hij had al twee dochters uit een vorig huwelijk van voor de oorlog. Mijn vader is geboren in 1906. Hij was afgestudeerd als landbouwkundig ingenieur Tropische Gewassen aan de Landbouw Hogeschool Wageningen. Vanaf zijn jeugd leed hij aan een chronisch schilferende huidziekte. De dermatoloog zei: “Ga naar Indië, dan zul je er minder last van hebben.” Toen hij 24 was vertrok hij dus naar Indië, eerst naar Java
en daarna naar Sumatra, waar de huidziekte inderdaad nagenoeg verdween. Hij ging werken op een laboratorium van een proefstation van een suikerplantage in Malang en kort daarna als planter op Noord-Sumatra op een tabaksplantage bij Deli. Hij was verantwoordelijk voor de productie van de tabaksbladen. Daar kwam de beste kwaliteit tabaksblad vandaan en nog steeds! Toen brak de oorlog uit. Mijn vader vertelde altijd het verhaal dat hij aan het bridgen was met zijn medeplanters en er ineens een hoop lawaai uitbrak. Toen kwamen de Japanners eraan die al dagenlang door het oerwoud hadden gelopen, uitgeput waren en enorme honger hadden. Met lange bamboestokken sloegen ze de kippen dood. Mijn vader werd meteen opgepakt en op troepentransport gezet naar Birma. Bijna vier jaar heeft hij als dwangarbeider aan de spoorlijn gewerkt. Zijn toenmalige inlandse vrouw Karinem bleef achter met hun twee dochtertjes. Die waren nogal blank van uiterlijk, dus die konden niet naar buiten en moesten zich vaak onder de vloer verstoppen wanneer de Japanners eraan kwamen. Omdat het oorlog was en voor een alleenstaande vrouw erg gevaarlijk, trouwde ze met een inlandse man die al zeven van dit soort schijnhuwelijken had gesloten. Dit verhaal hoorde ik pas onlangs van mijn halfzus.
Mijn moeder is van 1935, geboren in Balimbingan. Tijdens de oorlog werd zij door haar ouders uitgehuwelijkt aan een Japanse arts-officier. Dat wilde ze niet, dus vluchtte ze de jungle in. Daar heeft ze maandenlang rondgezworven. Ik kan me nog de littekens op haar benen herinneren die ze over heeft gehouden van beten van klabangs, bloedzuigers en andere insecten. Na de capitulatie kreeg zij een relatie met mijn vader.

LEES VERDER IN DE NIEUWE EDITIE VAN INDAH*

Ook interessant

Back to top button