De jeugd van Viola Knoppers was onveilig omdat haar vader dronk. Door haar spirituele ontwikkeling heeft Viola haar verleden een plek kunnen geven.
Uit wat voor familie kom je?
‘Mijn moeder is in 1948 in Jakarta geboren, mijn vader in datzelfde jaar in Bandoeng. Allebei kwamen ze na vertrek uit Indonesië met hun familie in een pension in Soesterberg terecht. Daar hebben mijn ouders elkaar leren kennen. Ik heb me altijd heel Nederlands gevoeld. Ik had Nederlandse vriendinnetjes, we aten zowel Indisch als de Hollandse pot. Pas als we naar onze familie gingen voelde ik iets van Indisch-zijn. Als we bij elkaar waren met heel veel eten en hapjes, grapjes met elkaar maakten, samen muziek maakten, de oudtantes helemaal in de make-up, dan pas voelde ik me Indisch. Maar het grappige is, als ik in een supermarkt loop en ik kom een Indo tegen, dan groet ik altijd. Omdat er connectie is denk ik, een gedeeld verleden waardoor elke Indo als familie aanvoelt. Mijn moeder kende ook veel Indische mensen en dat contact van haar met hen was voor mij ook Indisch. Als we naar de pasar gingen en ze iedereen begroette werd ze een hele andere vrouw. Ze was heel bescheiden, haast nederig in het dagelijks leven. Maar op de pasar was ze de gangmaker, had ze praatjes voor tien, was ik haar continue kwijt omdat ze overal naar toe liep en met iedereen kletste.
LEES VERDER IN ONS MAGAZINE. Nu in de winkel, in onze webshop of neem aan abonnement
