Indah* kopen
Featured

IN HET NIEUWE NUMMER: Erwin van Ligten wordt door kenners gezien als de beste Indogitarist van Nederland.


“Ik was één jaar oud toen we in 1958 vanuit Soerabaja naar Nederland kwamen met het schip De Zuiderkruis: ik, mijn drie jaar oudere zus en mijn ouders. We kwamen terecht in pension Trio bij Wijk aan Zee. Heel af en toe rij ik er nog wel eens langs. Het is nog steeds een hotel maar heeft inmiddels een andere naam. Ik had een hele fijne jeugd, tot er iets gebeurde wat een behoorlijke impact op ons gezin had.

Mijn vader kreeg na onze aankomst in Nederland al snel een functie als boekhouder bij de gemeente Beverwijk. Na een aantal jaren werd hij voorgedragen als chef van de boekhouding, maar hij werd afgewezen. Mijn vader had daar vrede mee. Maar in de loop der jaren werd hij elke keer afgewezen wanneer hij op deze functie solliciteerde en hij begreep niet waarom. Op een gegeven moment liet een collega hem een briefje zien waar letterlijk op geschreven stond door zijn meerdere: Meneer van Ligten is een keurige nette man, doet zijn werk uitstekend en heeft een prachtig handschrift, maar wij wensen geen Indisch personeel aan het hoofd van de boekhouding. Met een handtekening eronder van zijn meerdere. Dat deed mijn vader heel veel verdriet, maar hij had ook zoiets van: daar gaan we weer, worden we weer belazerd. Toen zei hij: ‘Dit laat ik niet op me zitten, ik maak hier een rechtszaak van.’ Alle Indo’s in Beverwijk en zijn familie probeerden hem daarvan af te brengen. Zeiden: ‘laat toch zitten, je kunt dit toch niet winnen.’ Mijn vader zei: ‘Die houding van ‘soedah laat maar’ is nou precies waarom er altijd over ons heen is gelopen.’ Die reactie maakte mijn vader dus nog veel kwader en strijdlustiger en zorgde dat hij die rechtszaak juist wilde doorzetten. Van die tijd kan ik me nog herinneren dat hij op een stoeltje in de tuin zat, terwijl hij in zichzelf aan het mompelen was: die vuile gladjakkers’. Dan zei ik: ‘Pap, wat zeg je toch allemaal?’ Maar dan zei hij: ‘oh niets jongen, er is niets.’ Hij wilde mij natuurlijk niet belasten met zijn zorgen. Uiteindelijk kwam die rechtszaak er. Zonder advocaat, maar met mijn moeder en ‘tante’ Trees, een vriendin van mijn ouders, ging hij naar de rechtbank. Tegenover hem zaten zijn directeur en de burgemeester van Beverwijk.

LEES VERDER IN DE NIEUWE EDITIE VAN INDAH*

Ook interessant

Back to top button