Indah* kopen
Featured

IN HET NIEUWE NUMMER: ‘Indisch koken en de Indische rijsttafel beschikken over veerkracht en hebben ook moeilijke tijden doorstaan.’

door Humphrey de la Croix

Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) ontbrak het aan voldoende en goed voedsel. De gedachte aan de rijke keuken hield de Indische Nederlanders in en buiten de Japanse kampen moreel op de been. Het geeft aan hoe diep de culinaire cultuur in de geest van de mensen ingebed was en hun mentale kracht kon geven in moeilijke situaties.
Typisch voor de gehele cultuur van Indische Nederlanders was dat het een mengcultuur is.
De Indische culinaire cultuur stond altijd al open voor nieuwe invloeden. Het ‘Groot nieuw Oost-Indisch kookboek’ (1902) van J.M.J. Catenius-van der Meijden (1860-1926) laat in veel van de 1381 recepten zien dat oosters en westers koken zich vaak, letterlijk in de pan of wadjan, lieten mengen. Indische repatrianten gingen door gebrek aan de ingrediënten uit Indonesië ontdekken hoe ze toch Indisch eten konden blijven maken.

Het eten werd Hollandser. ‘Ambassadrice’ van de Indische keuken Mary Brückel-Beiten (1904-1992) gaf een van haar kookboeken dan ook de titel ‘De Hollandse en Indische rijsttafel’(1970).
Nederlands inburgeringsbeleid als stimulans
Een nieuwe grote vernieuwing uit noodzaak en een voor de Nederlandse overheid onbedoeld effect is ontstaan toen de Indische repatrianten in Nederland kwamen. De Nederlandse regering vond dat zij geheel moesten opgaan in de samenleving. Indische Nederlanders moesten assimileren ofwel samensmelten door de eigen cultuur achter zich te laten. Dat ‘Indische’ moest er dus af. De gedachte was dat de repatrianten ‘te oosters’ waren en niet zouden passen in Nederland. Zo zouden ze een laag werktempo hebben en hun Nederlands was niet goed of niet goed genoeg.

LEES VERDER IN DE NIEUWE EDITIE VAN INDAH*

Ook interessant

Back to top button