Indah* kopen
Featured

IN HET NIEUWE NUMMER: Wieteke van Dort: ‘SOERABAJA IS MIJN THUIS’

door Maureen Welscher fotografie Michiel Eduard

Wieteke van Dort (1943) is beeldend kunstenares, schrijfster, actrice en cabaretière, maar vooral ‘een kind van twee culturen’. Met haar alter ego Tante Lien verwoordt zij voor de Indische gemeenschap het heimwee en de herinneringen aan Indië.

Je bent heel wit, weet je of er ergens inlands bloed zit in je stamboom?
“Ja, dankzij een boek van journalist Hans Visser die mij dertig jaar heeft gevolgd. Hij ontdekte het volgende: in de achttiende eeuw vertrekt het joodse echtpaar Levi Elkan van Dort en Hilletje Mozes uit Muiden naar Indië om een nieuw bestaan in Batavia op te bouwen. De reden is hun zoon, geboren in 1837, zes maanden na hun huwelijk. Een ‘moetje’ dus. Er wordt over ze geroddeld en ze besluiten samen naar Indië te gaan, weg van de achterklap. Hun zoon Levie neemt als hij volwassen is afstand van zijn joodse achtergrond en noemt zich voortaan Louis. Bovendien trouwt Levie met Suus, een Indische dame. Via Suus komt het Indisch bloed in onze lijn. Ik ben naar haar echtgenoot Louis vernoemd, mijn officiële naam is Louisa Johanna Theodora van Dort. Maar ondanks die Indische lijn ben ik een witte Indo, ik word niet bruin in de zon, in tegenstelling tot mijn zoon.”

Hoe was je jeugd in Soerabaja?
“Mijn vader had de leiding over een suikerfabriek, ‘Tjandi’. Tijdens de oorlog kwam er een Chinees die de leiding overnam en mijn vader werd gedwongen in zijn eigen fabriek door te werken. Dat heb ik van horen zeggen, want ik herinner me hem niet meer. Hij ging dood toen ik drie was. In 1946 kwamen de Indonesische extremisten, de ploppers, aan de voorkant van de fabriek binnen. Op dat moment vluchtte mijn moeder met mijn broertje op haar arm en mij aan haar hand via de achterkant van de fabriek weg, over de muur, de rijstvelden in. Mijn vader werd gepakt en in de gevangenis gegooid. Op een gegeven moment werd hij op het dorpsplein doodgeschoten. Daar kwam mijn moeder pas maanden later achter. Hij werd in een graf gelegd en na een tijd werd hij herbegraven op de erebegraafplaats Kembang Kuning.

LEES VERDER IN DE MAART EDITIE VAN INDAH*

Ook interessant

Back to top button