Indah* kopen
Featured

IN HET NIEUWE NUMMER: ‘Wij’ scheppen bescheiden porties op ons bord, ‘zij’ proberen zoveel mogelijk eten in één keer erop te knallen…

Maureen Welscher in haar editorial

Mijn oma kon koken als de beste. De eerste jaren in Nederland moest elk dubbeltje worden omgedraaid, maar mijn oma was een vindingrijke vrouw die haar kookkunsten inzette om een extra centje te verdienen. Ze leverde geregeld een Indische lunch aan een bedrijf in de wijk (catering avant la lettre).
Ze bakte tegen betaling kwee lapis voor een warung keliling, een rijdend busje dat Indische kruiden en producten verkocht. Op bestelling leverde ze eten aan huis dat met een rantang bezorgd werd. Het was de tijd dat de huisarts nog op huisvisite kwam. Die van mijn oma kwam geregeld langs en altijd rond lunchtijd, (mijn oma had een aantal kleine kinderen, maar geen kinderwagen), lichtte steevast de deksels van de immer pruttelende pannen op het fornuis en schepte zich een bord vol op. Dan zette hij zich aan tafel en begon op zijn dooie gemak te eten. Tot mijn oma op een gegeven moment zei: ‘Dokter, moet u niet eens gaan, er wachten nog meer patiënten op u.’
De kookkunsten van mijn oma waren helaas niet aan mij besteed. Het enige wat ik lustte was witte rijst, overgoten met ketjap manis met daarop een tjeplok, een gebakken eitje. En ook mijn Nederlandse vader was een moeilijke eter, dus mijn moeder kookte haar eigen Indische hap en wij kregen de Hollandse pot voorgeschoteld. Mijn moeder heeft haar kookkunsten nooit aan mij doorgegeven omdat ik het eten niet bliefde. Wat heb ik nu een spijt! Mijn moeder kookt nog steeds haar eigen Indische potje als ze daar zin in heeft, maar voor ‘meekijken’ is het te laat, een Indische keukenprinses

LEES VERDER IN DE NIEUWE EDITIE VAN INDAH*

Ook interessant

Back to top button