Indah* kopen
Featured

IN HET NIEUWE NUMMER: Een interview met Wieteke van Dort: ‘Ik wist niet dat ik een trauma had, tot ik een keer in hypnotherapie ging.’

Wieteke van Dort (1943) is beeldend kunstenares, schrijfster, actrice en cabaretière, maar vooral ‘een kind van twee culturen’. Met haar alter ego Tante Lien verwoordt zij voor de Indische gemeenschap het heimwee en de herinneringen aan Indië.

Wanneer ben jij voor het eerst teruggegaan?
“Ik kreeg in 1978 een ‘sentimental journey’ naar Indonesië aangeboden door het tijdschrift Libelle dat er een reisreportage over ging maken. Het was voor mij de eerste keer dat ik terug was. Ik had wel eerder gewild maar had het geld er niet voor, dus ik was heel bij met deze buitenkans. Mijn man Theo had een congres in Denemarken en kon niet mee. Ik wilde niet in mijn eentje en daarom mocht ik mijn zoon Bas meenemen, die toen twaalf was. Heel bijzonder, want dan zie je een land door de ogen van een kind. Hij had al zijn geld verdeeld in kleine coupures om elke bedelaar die hij tegenkwam iets te kunnen geven.
Ik vond het fantastisch om terug te zijn. In Soerabaja werd ik weer herenigd met mijn twee vriendinnen van toen: Rosie en Poplin die achter waren gebleven. Ik was ze uit het oog verloren. Vanaf dat moment hadden we weer contact met elkaar en heb ik ze geregeld gezien als ik in Indonesië was. Inmiddels zijn ze helaas allebei overleden. Ik heb ook het huis van mijn jeugd bezocht. Daar woonde een Australische dame die mij helaas niet binnen wilde laten. Die had natuurlijk totaal geen idee wat zo’n achtergelaten huis voor ons als Indo’s betekende. Een paar jaar later bezocht ik het huis weer, samen met mijn vriendin Poplin en die kende de tuinman. Die mevrouw was die dag toevallig niet thuis en de tuinman heeft ons naar binnen gelaten. Heel bijzonder om door het huis van je jeugd te dwalen. Ik was verbaasd hoe weinig er veranderd was. Het rubber op de trap was nog gemaakt in pappie’s fabriek. Het was trouwens het eerste huis met een eerste verdieping van Soerabaja. Zo leuk om door je vroegere kamertje te lopen. Zelfs de bezemkast was er nog. Daar ging ik altijd in zitten met kaarslicht. Moet je nagaan, in die hitte! Ik ben ruim 21 keer terug geweest en altijd breng ik een bezoek aan Soerabaja, dat is mijn
‘thuis’.”

Had je last van je verleden?
“Ik wist niet dat ik een trauma had, tot ik een keer in hypnotherapie ging. Ik rookte verschrikkelijk veel en wilde daarvan af. De eerste keer ging ik naar Duitsland, maar na die hypnosesessie vroeg ik bij het eerste het beste benzinestation: ‘Haben Sie eine Zigarette für mich?’ Dat was dus weggegooid geld. Later ging ik nog een keer in therapie. Tijdens die hypnosetherapie kwam er een herinnering boven drijven: mijn moeder wikkelde mijn broer Theo en mij in bultzakken, matrassen, onder het raam. Er vlogen glasscherven door de kamer door de kogels die werden afgeschoten en die bultzakken beschermden ons voor het glas. Ik kon me dit totaal niet herinneren. Later checkte ik het bij mijn moeder en die zei: ‘Precies zo is het gegaan.’

LEES VERDER IN DE MAART EDITIE VAN INDAH*

Ook interessant

Back to top button