IN HET NIEUWE NUMMER: ‘Hollandse kipsaté gestolen goed?’
Blijkbaar wordt eetcultuur en de belevenis van samen eten vanaf je kindertijd verankerd in je wezen. Iets hoort op een bepaalde manier, met duidelijke redenen. Han Go schrikt zich een hoedje als het anders gaat.
Als er kipsaté op de menukaart staat van een Nederlands restaurant, dan denken de meeste Nederlanders: lekker! De meeste Aziaten gruwelen ervan. Of, als je zoals ik vooral in Nederland bent opgegroeid, zitten je gedachten er een beetje tussen in – best lekker misschien, maar het heeft eigenlijk niet zoveel met ‘mijn’ eetcultuur te maken. In een negatieve bui kan het een beetje als gestolen goed voelen. De lezer van dit blad weet dit natuurlijk allang: die Hollandse kipsaté heeft helemaal níets met echte saté te maken. De saté, zonder de dikke zoete pindasaus, smaakt eigenlijk alléén maar naar kipfilet of varkenshaas, ook al de minst smaakvolle delen van de arme beesten. Er is geen spoor van droge of verse boemboe (met ketoembar! Mmmm!) te vinden in of op het vlees, de stokken én stukken zijn véél te groot en dik. En lekker geduldig geroosterd op een zacht kolenvuurtje, handmatig aangewaaierd met een kipas, is het geheel al helemaal niet.
LEES VERDER IN ONS MAGAZINE. Nu in de winkel, in onze webshop of neem aan abonnement