Indah* kopen
Featured

IN HET NIEUWE NUMMER: `iNDO-EUROPESE BATIK: EEN WESTERSE IDENTITEIT IN NEDERLANDS-INDIË

Kees de Ruiter (Maastricht 1965) studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Van zijn Indo-Europese grootmoeder kreeg hij een eerste sarong, een familie- erfstuk en de basis van zijn collectie batik uit de periode 1850-1950.

De (Indo-)Europese vrouw in de kolonie benadrukte met de stijl van haar sarong haar status als Europeesche vrouw. De Indische etiquette was echter streng. Voor de Indische Nederlanders werd de sarong en kabaja alleen getolereerd als huisdracht, in de tuin en voorgalerij, maar beslist niet op straat.

Gebatikte sarongs, wie kent ze niet! We hebben allemaal wel eens een gebatikte doek in handen gehad of zelfs gedragen, een heerlijk koele dracht voor in de zomer, aan het strand
of gewoon thuis tijdens een hittegolf. Ook in voormalig Nederlands-Indië werd veel batik gedragen, niet alleen door de inheemse bevolking, maar ook door de Europeanen. Niet alleen door de Belanda-Indo, de in Indië geboren Indo-Europeaan met zowel oosters als westers bloed, maar ook door de Belanda-Totok, waarvan sommigen al vele generaties in de kolonie woonden. Zelfs de nieuwkomers of baren (afgeleid van het Maleise woord baru of nieuw) pasten zich snel aan en gingen de koele gebatikte huiskleding dragen.

Koele huiskleding
Er was echter een verschil met de inheemse drager: die droeg het op elk moment van de dag, zowel binnen in huis als buiten op straat. De Indische etiquette was streng en voor de Indische Nederlanders werd de sarong en kabaja alleen getolereerd als huisdracht, in de tuin en voorgalerij, maar beslist niet op straat, dat was beneden alle waardigheid. Het gebeurde natuurlijk wel, maar het werd afgekeurd. Verindischen was uit den boze en men moest de Hollandsche normen en waarden te allen tijde respecteren. De oosterse dracht van sarong en kabaja voor (Indo-)Europese vrouwen werd zelfs minachtend nachtkleding of ochtendnegligé genoemd. Deze informele huisdracht werd alleen getolereerd voor intieme ontvangsten, in huiselijke kring, samen met familie. Zeker niet bij recepties en grote diners met gasten, dan moest een jurk naar westerse mode worden gedragen mét ingesnoerd korset en crinoline, hoe tropisch warm het ook was!
Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) raakte de gebatikte sarong nog meer in onbruik bij (Indo-)Europese vrouwen. Een naar westers model genaaide huisjurk of kimono kreeg de voorkeur. Alleen de oudere generatie vrouwen hield vast aan hun tempo doeloe huisdracht van handgebatikte rokken.

LEES VERDER IN DE NIEUWE EDITIE VAN INDAH*

Ook interessant

Back to top button